1906 |
Doe't Yme Kuiper syn printerij Firma Hessel Brandenburgh en Zoon op 1 jannewaris 1902 oer die oan syn wurknimmer T. Gaastra Bzn. kaam de Friso net mear út. Lokkich ferskynt er sûnt 11 novimber 1905 wer. It wurdt útjûn troch T. Gaastra Bzn. Dêrtroch nei 4 jier yn dizze rubryk wer in stikje út de Friso. Ut de Friso fan sneon 13 jannewaris 1906: HEIDENSCHAP, 10 Jan. Onze vroegere plaats- genoot J. Zijlstra, thans onderwijzer te Haarlem, mocht bij de afgeloopen examens voor Middel- baar onderwijs het radicaal voor Geschiedenis behalen. Vroeger slaagde hij reeds voor de acte Aardrijkskunde M. O., zoodat thans beide diplo- ma's, welke gewoonlijk aan inrichtingen voor Middelbaar Onderwijs vereenigd gevraagd worden in zijn bezit zijn. Jan Zijlstra (*1876) syn heit Riender Zijlstra hat fan 1869 oant 1896 haad oan de skoalle yn it lân west. Yn augustus 1898 slagge Jan foar de haadakte leger ûnderwiis. In radicaal is in oar wurd foar diploma. Ut it Nieuwsblad van Friesland (Hepkema's Courant) fan sneon 27 jannewaris 1906: Leeuwarder Rechtbank 24 Januari 1906 Workum Iemand onder Workum, genaamd Tjeerd Bekema, had bij zijn huis vijf tamme een- den. Op zekeren dag kwam de politie bij hem met den twintigjarigen Feike en vijf doode eenden. Die dooden waren dezelfden als de levenden en door Feike als jager buit- gemaakt. Hij bekende, was uit vogelflap- pen geweest en had niets gevangen. Dat moesten de eenden ontgelden. Mooie manier van jagen ! Eisch: 2 maanden gevang. Bekl. was nog nooit eerder veroordeeld, anders zou de Subs.off. zeker meer hebben gevraagd. Tsjeard Be(e)kema hat in kafee op it Julianabuertsje mei de namme Landzicht (no Bonte en Gretha de Bruin) Ut de Friso fan 10 febrewaris 1906: Auke Flapper en syn frou Gryt Boersma hawwe in bier- en kofjehûs yn de Hel, mei de namme De Uitspanning Ut de Bolswardsche Courant fan tongersdei 22 febrewaris 1906: Workum: 17 Febr. In de onmiddelijke nabijheid van onze stad staat een water- molentje, waarbij een huisje, waarin sedert verscheidene jaren de arbeider Anske V. woont. Eveneens woont de jongste zoon bij zijn vader in en dezen houden er eene koemelkerij op na. Veel is er in den laatsten tijd gebeurd. Droevige gebeurtenissen volgden elkander op. Eerst verloor de oude man zijn vrouw, later de zoon zijn vrouw en voor eenige weken moest deze nog een kindje naar het kerkhof brengen. En nu - gisteravond ruim 9 uur zouden ze naar bed, doch moesten vooraf even bij de koeien langs of alles goed was - ,,ouw ljochtsje - terwijl de oude man even naar een zekere plaats moest. De zoon vertrouwende dit niet, omdat het zoo duister was en wilde hem vergezellen, wat hij hardnekkig weigerde met de woorden: ,,ik ben zoo vaak alleen gegaan, ik kan het best redden, en ging alleen. Nadat de jonge man zijn werk gedaan had en in de kamer terug kwam, was de oude nog niet terug, waarom hij dadelijk naar die plaats ging en daar niets vond. Nu lichtte hij in 't water en - zag zijn vader voorover in het water liggen, waarop de zoon een luiden gil liet hooren. Hierop kwam de huishoudster naar beneden, die reeds naar bed was gegaan, en toen hebben ze te zamen den ouden man uit het water opgehaald - helaas levenloos. Door de duisternis misleid is de man in het water geloopen en waarschijnlijk dadelijk gestikt. Een treurig einde voor dezen hoogbejaarden oppassenden man. Ut de Friso fan sneon 24 febrewaris 1906: WORKUM, 21 Febr. Vrijdagavond j.l. had bij den watermolen dicht bij 't station alhier een droevig ongeval plaats. Anske Veltman die daar woont met een zijner zoons en eene huis- houdster, moest voor naar bed te gaan nog even bui- ten zijn. Zijn terugkomst duurde de zoon te lang en toen deze met lamplicht buiten ging zoeken vond hij de oude man voorover in de vaart liggen; toen hij met behulp der huishoudster hem op den wal had gehaald bleken de levensgeesten gevloden; de hoogbejaarde man is waarschijnlijk dadelijk gestikt. Anske Pieters Veltman wenne mei syn soan Jan yn in húske mei in berch by in spinnekop dêr't no de pleats fan Henk en Johanna Harkema stiet. Anskes frou Neeltje Jans Jongstra is yn 1896 stoarn, 67 jier âld. In pear jier foar har dea is soan Jan troud mei Janneke Slippens. Janneke moat neffens oerlevering yn july 1905 fan it stalt fallen wêze en ferdronken. Op 25 jannewaris 1906 ferstoar harren jongste berntsje Okje, mar 1 jier âld. Fan de 9 bern stoaren der 6 jong. Anske waard 75 jier.
it spultsje fan de famylje Veldman mei de spinnekop
likernôch 1915 tekene troch Gerben Rypma
Ut de Friso fan sneon 10 maart 1906: It bier- en kofjehûs fan Auke Flapper hiet de Uitspanning de minsken kinne hjir harren hynders útspanne. Oant 1904 hâld de Heidenskipsterdyk hjir op. Hendrik Siebes van der Meulen buorket mei syn frou Janke Thomas's Conradi op de Reaskurre (no Froukje Wiersma-Demmer). Om 1890 hinne binne se út Molkwar wei se hjir te wenjen kommen. út de Friso fan sneon 9 maart 1906: VERSLAG van de vergadering van den Raad der Gemeente Hemelumer Oldephaert en Noordwolde, Op Zaterdag 3 Maart, 's morgens 9½ uur. Punt 9. Voorstel tot het voeren van een Rechtsgeding tegen Mr. J. Verver te Leeuwarden. De Voorzitter deelt namens B. en W. mede, dat op de 23 December 1903 ingezonden lijst van bijdragen, toegezegd voor den aanleg van den grintweg door het Heidenschap, een bij- drage voorkwam van Mr. J. Verwer te Leeu- warden, groot f 360. Herhaaldelijk door B. en W. aangemaand tot betaling, is die steeds achterwege gebleven,en wenscht hij nu eene beslissing in hoog- ste instantie van den Kantonrechter te Leeuwar- den, waarvoor echter dezertijds machtiging van Ged. Staten wordt vereischt. Mr. Verwer had ge- dacht dit later van de achtergelegen landen terug te zullen krijgen, maar die reserve is destijds niet gemaakt. B. en W. hebben zich bereids om advies ge- wend tot mr. T. van Hettinga Tromp te Leeu- warden, hadden gehoopt dat advies thans te kunnen overleggen, maar tot nu toe is niets ontvangen. Het voorzichtigst zou in dit geval zijn de zaak aan te houden tot eene volgende vergadering waartoe zonder hoofdelijke stemming wordt besloten VERSLAG van de vergadering van den Raad der Gemeente WORKUM op Woensdag 7 Maart, 's morgens 11 uur Bij de gewone rondvraag doet de heer IJntema de vraag: Wordt de Gemeente ook nog betrokken bij de nieuwe weg door het Heidenschap, in zooverre het betreft het rechtsgeding, dat misschien zal worden gevoerd met Mr. J. Verver, die weigert de toege- zegde bijdrage van f 300 te betalen ? De Gemeente is toch voor ½ daarbij betrokken. De Voorzitter: Ons is niets officieels be- kend. Ik weet echter wel, dat de zaak nog niet in het reine is, maar latere inlichtingen zal ik zoo mogelijk verstrekken. Hierna wordt de Vergadering gesloten. út de Friso fan sneon 17 maart 1906: Verpachting BURGEMEESTER EN WETHOUDERS van WORKUM zullen bij gesloten briefjes in te leveren voor den 24 Maart e.k., ten Gemeente- huize verpachten: het grasgewas van den berm van den nieuwen Heidenschapsterweg, voorzoover onder Workum gelegen, een daarbij gelegen afgestekt stukje land, het grasgewas van den berm van den Heidenschapster grintweg, een stukje grond aan dien weg, de begraafplaats, den Stations- en Paral- lelweg, het baanspad, en de gedempte wijk bij Dirk van Dijk. Van de voorwaarden kan kennis worden ge- nomen ter Secretarie, in de gewone kantooruren, Burgemeester en Wethouders voornoemd, T.M. ten BERGE, Burgemeester, J. OUDEBOON, Secretaris. út de Friso fan sneon 7 april 1906: VERSLAG van de vergadering van den Raad der Gemeente
Hemelumer Oldephaert en Noordwolde,
op Zaterdag 31 Maart, 's voormiddags 10 uur.Voorzitter de heer H.M. Tromp, Burgemeester. Punt 9. Voorstel tot het voeren van een rechtsgeding tegen Mr. J. Verwer te Leeuwarden. De Voorzitter geeft achtereenvolgens lecture van het standpunt van Mr. Verwer, daarna van het Dagelijks Bestuur en eindelijk van het in- gekomen advies van Mr. J. M. van Hettinga Tromp. Naar aanleiding dier ingekomen stukken stelt hij voor te besluiten tot het voeren van een rechtsgeding. De heer A. A. Bajema. Is het de bedoeling van B. en W. in hoogste ressort te laten beslis- sen door den Kantonrechter ? De Voorzitter. Ja, dan is het uit. Laat men hooger beroep open, dan is het eind niet te voorzien. De heer A. A. Bajema. Als lid van den Raad mag ik mij niet de handen laten binden, door mij enkel neer te leggen bij de beslissing van den kantonrechter. De Burgemeester is zeker te goeder trouw, waar hij meent dat de Gemeente in dit rechtsgeding een goede kans heeft, maar liever wil ik mij de kans voorbehouden het hoogste recht te zoeken. Mr. Verwer is een man, die loopt met een revolver op zijne zuidelijke naburen. Tegen zoo'n man wil ik mij hoogste instantie voorbehouden. Eene beslissing volgens art. 43 der Wet op de Rechterlijke organisatie veronderstelt een zekere netheid, maar dat wil ik met Mr. Verwer niet doen. De Voorzitter. Men kan recht van hooger beroep voorbehouden, maar het is dan de vraag: Gaat Mr. Verwer dan mee ? De heer Dokkum. Door het D. Bestuur is de zaak van verschillende kanten bezien, met de conclusie, volkomen vertrouwen te moeten stellen in de uitspraak van den kantonrechter. Waar de rechtspraak zoo wisselvallig is, en ook Mr. Verver dan hetzelfde recht had, heeft het D. B. gehuiverd tegen hooger beroep en de daaraan verbonden kosten, alleen om f 360,--. De heer A. A. Bajema. Ik stel ook wel vol- komen vertrouwen in de uitspraak van den kantonrechter, maar waar is wat Dokkum zegt: de rechtspraak is wisselvallig, getuige het feit b.v. dat boterfabrieken in de belasting worden getroffen en ook niet. Als lid van den Raad wil ik mij niet wagen aan een wisselvallige rechtspraak, en acht ik het dan beter die f360 te verpleiten, ofschoon ik ook liever den kortsten en goedkoopsten weg had. De heer Dokkum. Hier verschil ik met Bajema, waar hij zegt, het als particulier niet te zullen doen. Zoo goed als lid van den Raad zou ik het ook als particulier doen. Wij kunnen niet anders. In die f360,-- komt ook wel een gat, maar anders zal het f3000,-- kosten. Daarom wil ik mij neerleggen bij de beslissing van den Kantonrechter. De voorzitter. Op opinie van den heer Dokkum is dat men met het openlaten van den kans op hooger beroep ook veel waagt. De heer J. K. Bajema. Volgens het advies van Mr. van Hettinga Tromp kan men de be- slissing gerust aan den Kantonrechter overlaten. Het idee van den heer A. A. Bajema om kans van hooger beroep op te houden wordt daarna met 6 tegen 3 stemmen verworpen. Voor de heeren A. A. Bajema, v.d. Wal en Krul, tegen de heeren J. K. Bajema, v.d. Meulen, Boersma, O. Bajema, Dokkum en Molenaar. Zonder hoofdelijke stemming wordt nu besloten in het te voeren rechtsgeding in hoogste instantie te laten beslissen door den Kantonrechter te Leeuwarden út de Friso fan sneon 5 maaie 1906 Heidenschapster Veenpolder. HET BESTUUR van den VEENPOLDER, gelegen in de gemeenten WORKUM en HEME- LUMER OLDEPHAERT en NOORDWOLDE, geeft aan de belanghebbenden kennis, dat vanaf den 30 April ten kantore van den Secretaris-Ontvanger gedurende veertien dagen ter inzage ligt: Het Kohier der te heffen algemeene polderlast over de eigendommen in den veenpolder voor de dienst 1905. Workum, 28 April 1906. C. TJEBBES, Voorzitter. T. ABBRING HINGST, Secr.-Ontv. út de Bolswardsche Courant fan snein 6 maaie 1906: Heidenschap 3 Mei. In ouden tijd werd Stavoren gestraft voor zijn weelde en zijn hoogmoed. De haven verzande en werd ontoegankelijk voor de zeeschepen. Moet ook ons Heidenschap boeten ? Welke zonden zijn bij ons ingeslopen ? of hebben we onze vaarwaters niet meer nodig, nu de Nieuwe weg daar ligt ? Men zou een of ander althans denken, indien men afgaat op het algemeen beweren onzer handels-, veer-, mest-, modder- en turfschippers. Dezen beweren bij kris en kras, dat men druk bezig is de invaart van ons kanaal in de Fluessen onbruikbaar te maken door de massa's slijk, welke bij Heeg gebaggerd worden, hier in het water te gooien. Een aardig cadeautje. De schippers pruttelen bar. Mei de Nieuwe weg wurdt de Heidenskipsterdyk tusken de Hel en Koudum bedoeld (oanlein yn 1904). Ons kanaal is de Beakensfeart (de feart tusken de Hofmar en de Fluezen). út de Friso fan sneon 12 maaie 1906 de Gemeenteriedsgearkomste fan Warkum: Punt 8. Benoeming van een onderwijzeres aan de School in het Heidenschap. De voordracht bestaat uit de dames: M. Alta tijdelijk aan de school werkzaam, A. v. d. Wal te Workum en T. Tulner te Vrouwen-Parochie. Met algemeene stemmen wordt benoemd Mej. M. Alta en de infunctietreding overgelaten aan B. en W. Punt 9. Adres van B. Jonkmans, P. J. v. d. Wal en S. Bonga, Hoofden van scholen, om verhooging van jaarwedden. Op voorstel van den Voorzitter wordt met algemeene stemmen besloten dit adres aan te houden tot bij de behandeling der begrooting van 1907. VERSLAG van den Raad der Gemeente Hemelumer Oldephaert en Noordwolde op Zaterdag 5 Mei, 's voormiddags 9½ uur Punt 9. Adres van Mej. A. Veenstra om eer- vol ontslag als onderwijzeres van vak k aan de O. L. School in het Heidenschap. Conform het verzoek wordt zonder hoofdelijke stemming aan Mej. Veenstra eervol ontslag ver- leend met ingang van 1 April j.l. Punt 10. Adres van J. Feenstra e. a. om eene onderwijzeres aan te stellen aan de O. L. School in het Heidenschap. Na voorlezing van het adres, onderteekend door ouders van schoolgaande kinderen, deelt de Voorzitter mede, dat de gevoelens van B. en W. dienaangaande niet eenparig zijn, en de er- varing, opgedaan naar aanleiding van een vroeger, gelijkluidend adres, hen heeft geleerd thans geen advies daarover uit te brengen. De heer Boersma. Hoeveel schoolgaande kin- deren zijn er ? De Voorzitter. Thans 27, welk getal echter spoedig zal stijgen. Het is nu exceptioneel heel laag, vroeger schommelde het om de 40. De heer van der Wal. De vorige keer was ik er tegen. Ik heb er echter over nagedacht, en ben van meening dat het voordeeliger voor de Gemeente is met het oog op de handwerken, zoodat het de Gemeente niets zal kosten. De Voorzitter. Op een getal leerlingen tus- schen 24 en 40 behoeft het niets te kosten. Bovendien heb ik gevraagd wat er waar was van de geruchten betreffende stichting van eene bijzondere school en daarop een ontkennend ant- woord ontvangen. De heer Dokkum is nog van hetzelfde gevoe- len als vroeger. Voor hem is de financieele zijde nog een open kwestie. De Wet zegt dat de Staat de minimum-traktementen vergoedt, maar ook de gewijzigde Wet, regelende de uitkeering aan de gemeenten ? De wet 1897 is zeer ingewikkeld en moeilijk, terwijl bij Koninklijk Besluit nog wijziging in die uitkeering is gekomen. En wat de waarheid der geruchten aangaande eene bijzondere school betreft, het kan zijn dat meester de Vries daarvan niets weet maar het bijzonder onderwijs is niet het gevolg van een gril, maar van een beginsel, welk beginsel het volk van het Heidenschap ook deelt. Door de Wet van 1895 is oprichting mogelijk gemaakt, als een paar personen er zich voor spannen. Het idee van den schoolopziener, 3 lokalen voor 40 leerlingen, dus afdeelingen van 3 of 4 kinders, is een model-inrichting, maar met het onderwijs in al die vakken van het leer- plan raken de kinderen uitgeput, en wordt hun een kennis ingepompt, niet evenredig aan hunne lichamelijke ontwikkeling. Voeg daar nog bij lange vacantie's, speelkwartiertjes, schoolwande- lingen, zoodat Spr. èn finantieel èn in het belang van het onderwijs aanstelling van eene onderwij- zeres niet wenschelijk acht, behoudens nog de de kans van oprichting eener bijzondere school, en gevolg daarvan ontslag en uitbetaling van wachtgeld. De heer Schrale acht het bezwaar van stich- ting eener bijzondere school niet groot, wijl toch ook deze ouders, onderteekenaars, daar wel voor zouden zijn, aanstelling geen bezwaar voor de Gemeentekas, acht het ook wel degelijk over- spanning, dat een onderwijzer zes klassen voor zijne rekening heeft, terwijl bij niet-aanstelling toch evengoed eene onderwijzeres voor vak k moet worden benoemd. Voor hem is het onder- wijs niet gauw te goed. De Voorzitter meent naar aanleiding van het gesprokene van Dokkum, ofschoon bevreesd te herhalen wat hij in Januari heeft gezegd, te moeten opmerken, dat, was oprichting eener bijzondere school bekend, de voorstanders daar- van wel kennis zouden geven, althans dan zou- den de ouders een dubbelzinnige houding aan- nemen. Volgens de opinie van openbare, zoo- wel als bijzondere vaklui komt het onderwijs door één leerkracht niet goed tot zijn recht. Met den schoolopziener is hij van oordeel dat de financiën geen bezwaar behoeven te zijn, temeer, waar ook niet behoeft te worden ge- bouwd, waar vroeger reeds twee onderwijzers aanwezig waren. Volgens de Wet wordt aan eene school met 24 - 40 leerlingen, behalve het traktement van het Hoofd, ook nog dat voor één leerkracht vergoed, hetgeen ook geschiedt aan de bijzondere school te Hemelum. Tegen over- lading van leerstof bestaat bij Spr. geen bezwaar, wel dat één persoon staat tegenover 6 groepen van leerlingen, zoodat hij aanstelling wenscht aan te bevelen. De heer Dokkum stemt toe dat de Wet be- taalt voor eene over-complete leerkracht, maar verkeert in het onzekere of er eene bepaling is in de Wet van 1897 of dat ook wordt afge- trokken. In verband met het gesprokene over eene bijzondere school verwondert het Spr. toch dat onder het adres vijf namen ontbreken, die op het vorig adres wel stonden. De heer Boersma stelt voor eerst een onder- zoek te doen of er idee bestaat voor stichting eener bijzondere school, welk onderzoek de voor- zitter dan eerst wenscht in te stellen bij die 5 personen. De heer Krul. Dokkum zinspeelt op die onder- teekenaars, maar kan het ook zijn, dat zij niet voor de tweede maal hun naam wenschten te leenen voor een verzoek, dat pas is afgewezen ? De Voorzitter. Misschien hebben ze nu hun verzoek herhaald, omdat Mej. A. Veenstra ont- slag vraagt, allicht hadden ze het anders niet direct gedaan. De heer A. A. Bajema is tegen het voorstel- Boersma. De wet vraagt voor een minimum van 40 leerlingen één leerkracht. Met 31 leer- lingen is het door den Raad geweigerd, nu is het getal nog minder, hij wil daarom zoo kort daarna het standpunt niet verlaten, en zich aan de Wet houden. De heer O. H. Bajema is op dit oogenblik wel voor benoeming eener onderwijzeres nu ook in de nuttige handwerken moet worden voorzien. De heer J. K. Bajema heeft thans ook een andere kijk op de dingen, nu hij na het vorig adres ook met onderwijzers heeft gesproken en hem gezegd is, dat één leerkracht te weinig is. Het voorstel-Boersma in stemming gebracht, wordt met 7 tegen 4 stemmen verworpen. Vóór de heeren van der Wal, Boersma, J. K. Bajema en Molenaar, tegen de heeren A. A. Bajema, O. H. Bajema, Dijkstra, Dokkum, Krul, van der Meulen en Schrale. Het adres in rondvraag gebracht, wordt aan- genomen met 7 tegen 4 stemmen. Vóór de heeren van der Wal, Boersma, O. H. Bajema, J. K. Bajema, Krul, van der Meulen en Schrale, tegen de heeren A. A. Bajema, Dokkum, Mole- naar en Dijkstra. Anna Veenstra hat sûnt 15 juny 1904 skoaljuffer oan de skoalle yn it lân west (gemeente Warkum). Dêrby joech se op de skoalle op de Buert (gemeente Himmelumer Aldefurd en Noardwâlde) les yn fak k (de nuttige handwerken). De gemeente Warkum hat in juffer M. Alta beneamd as har opfolger op de skoalle yn it lân. Mar de gemeente H.A.N. hat muoite mei it beneamen fan in nije skoaljuffer oan de skoalle op de Buert. Master Lubbe de Vries stiet der allinnich foar mei de 6 klassen. Der binne riedsleden, dy't tinke dat de skoalle net lang mear bestiet, omdat de rop om kristlik ûnderwiis ek yn it Heidenskip hyltiten lûder wurdt. Neffens master De Vries is dat net sa, mar yn 1909 sille de Heidenskipster âlden harren bern fan skoalle helje en nei de kristlike skoallen yn Warkum en Koudum stjoere, om sa it kristlik ûnderwiis ek yn it Heidenskip te krijen. De iepenbiere skoalle fan master De Vries sil yn april 1910 oernommen wurde troch de Vereeniging van Christelijk Onderwijs mei as haad master Kroese Dit is in besûndere gearkomste, want nei 12½ jier giet de boargemaster (Voorzitter) Hijlke Michiel Tromp, dy't yn de Grovestins yn Koudum wennet oer nei de gemeente Wymbritseradiel. Hy sil him yn Snits te wenjen sette. It gemeentehûs fan Wymbritseradiel stiet yn 1906 yn Snits. út de Friso fan sneon 16 juny 1906 : VERSLAG van de Vergadering van den Raad der Gemeente W O R K U M op Zaterdag 9 Juni, 's voormiddags 10 uur Punt 2. Mededeeling van ingekomen stukken.
school in het Heidenschap... Punt 3. Adressen om afschrijving van Hoof- delijken Omslag, dienst 1906. Aan A. Bajema, K. Conradi, en H. S. van der Meulen, die allen met 12 Mei de Gemeente hebben verlaten, wordt zonder hoofdelijke stem- ming de gevraagde afschrijving verleend. Hendrik Siebes van der Meulen wenne oant 12 maaie 1906 op de Reaskurre (no Froukje Wiersma). Foar dejinge dy't tinkt dat op de iepenbiere skoalle op de Buert troch master Lubbe de Vries neat oan it leauwen dien waard, by dizzen in part út in troch him skreaune brief oan twa famkes dy't de skoalle op 31 maart 1908 ferlieten: Een andere Meester staat u te wachten, Ik heb steeds gewild, dat ge hem zoudt beminnen. Mij verlaat ge; zoekt daarom elken dag Hem; want Hij heeft u veel te leeren, zonder Hem kunt ge niet; ge kent Hem: 't is Jezus. Vraagt bij alles, wat ge doet of laat: zou Jezus ook zoo gedaan hebben? Hebt ge smart, gaat tot Hem en Hij zal u troosten; hebt ge pijn, Hij heelt alle wonden; hebt ge gezondigd, vraagt berouw- vol uwen God vergeving ! En als ik je later mag vinden, tevreden en gelukkig zooals je als kinderen waart, dan wil ik gaarne terugdenken aan den tijd, toen ge vóór mij op deze schoolbanken zat. Blijft kinderen in 't kwade, wordt groot en sterk in Liefde ! Meester De Vries Heidenschap, H. O. N., 31 Maart 1908 út de Friso fan sneon 23 juny 1906: HEIDENSCHAP. In de hooiing kan men thans een wonder verschijnsel opmerken. Bij het wegharken komen dadelijk kievitten, grieto's, hoantsen, strandkievitten bij menigte aanvliegen, en het hooi is bijna nog niet opge- laden of ze strijken op de stoppels neer om eieren te leggen. Dit is bepaald eene groote zeldzaamheid in de vogelwereld en men zou haast geneigd zijn het onnatuurlijk te noemen. Jammer, dat de roofvogels in de lucht het kale veld dadelijk overzien en vele eieren wegpikken, er zouden anders nog vrij wat van die nuttige vogeltjes uitgebroed worden. út de Friso fan sneon 21 july 1906: VERSLAG van de Vergadering van den Raad der Gemeente Hemelumer Oldephaert en Noordwolde, op Zaterdag 14 Juli 1906, 's morgens te 9½ uur. Voorzitter de heer O. H. Bajema, Loco- Burgemeester Punt 2. Mededeelingen in ingekomen stukken. b. Een schrijven van Mej. Tulner, behelzende aanneming van hare benoeming als onderwijzeres in het Heidenschap. Punt 4. Voorstel tot het aangaan van een rechtsgeding tegen Mr. J. Verwer. Wijl het rechtskundig advies van den heer Mr. J. M. van Hettinga Tromp nog niet is inge- komen, wordt de behandeling van genoemd voorstel aangehouden. Juffer T. Tulner komt fan Froubuorren (it Bildt). Yn maaie hie se ek al sollisitearre oan de skoalle yn it lân (gemeente Warkum). Mr. J. Verwer fan Ljouwert hie yn 1903 tasein f 360 by te dragen yn de oanlis fan de dyk tusken de Hel en Koudum. Mar hy wol no net mear betelje. Mr. Verwer hat lân yn it Heidenskip. út de Bolswardsche Courant fan snein 29 july 1906: Workum, 26 Juli. Dezen morgen passeerde onze stad een kolossale stier, die moeite had zich stadig voort te bewegen en wag- gelende voortging. Het was een monster- stier, zooals wij er nog nooit een zagen. Het dier was afkomstig uit het Heidenschap van den landbouwer Marten Hylkema, welke het verkocht had aan de veehandelaren A. en P. de Vries alhier voor f 500, welke het morgen (Vrijdag) op de markt te Leeu- warden zouden laten bezichtigen, en er misschien goede zaken mee zullen maken. Naar men ons verzekerde, woog het dier ongeveer 1500 pond. Dat het Friesche vee in den vreemde altijd veel in trek is en om strijd geroemd wordt, verwondert ons niet. Marten Hylkema wennet op ien fan de Ursela-pleatsen (Ursuladyk 3). út de Bolswarsche Courant fan snein 23 septimber 1906 Heidenschap. Naar wij vernemen is in den nacht van l.l. Zaterdag op Zondag een van de paarden van den veehouder B. H. alhier van zijn staart beroofd. Een ongehoord en buitengewoon iets in deze streken. Zoo ongehoord, dat we ver- trouwen, dat niemand der Heidenschapsters hieraan schuldig is. út de Hepkema fan sneon 29 septimber 1906: SATE EN LANDEN Heidenschap ONDER NIJEGA Notaris OTTEMA te Leeu- warden zal ten verzoeke van zijnen ambtgenoot J. A. OVER- MEER te Nieuw-Vennep, op Vrijdag 18 Oktober 1906, 's nam. 9 uur, bij de Gez. TEP- PEMA in de Wijnberg te Wor- kum, provisioneel publiek verkoopen: Eene uitmuntend vruchtbare gunstig in één gesloten kavel gelegen Sate en Landen, nabij den nieuwen kunstweg van Workum naar Koudum, aan de Heidenschapster vaart en het Hofmeer, bestaande uit: in 1880 nieuw gebouwde Stelp- huizinge no. 97 met stalling voor 46 hoornbeesten en 3 paar- den, arbeiderswoning en onder- scheidene perceelen in de laatste jaren met terpaarde en mest veel verbeterd. Weidland, samen groot 36,07,82 H.A. (ruim 98 p.), in huur tot 5 Maart en 12 Mei 1907 bij de Wed. Wijbe Douwes Tilstra en alsdan vrij te aanvaarden. Te veilen behoudens samen- voeging in 15 perceelen. Betaling van den koopprijs 1 Mei 1907. Inlichtingen en verkoopboek- jes met schetskaartje te bekomen aan de kantoren van de Nota- rissen en bij den oproeper J. S. Hoekstra te Bolsward. Wibe Douwes Tilstra en syn frou Beitske Sjoukes de Boer (widdo fan Jan Feikes Couperus) kamen yn 1891 op de pleats Brânburren 34 (no Bauke Kampen) te wenjen. Se kamen fan Nijhuzum (no Van Wieren). Yn 1901 is Wibe Tilstra ferstoarn. Beitske de Boer giet no werom nei de pleats yn Nijhuzum dêr't se yn 1891 fan kommen is. út de Hepkema fan woansdei 10 oktober 1906: Hooiland - Nijega (H. O. en N.) Notaris HAAGSMA te Sneek zal Vrijdag 19 October e.k., 's namiddags 3 uur, in ,,DE WIJNBERG te Workum, ten verzoeke van den heer J. H. DOODKORTE, deurwaarder te Sneek, prov. veilen: Twee stukken vruchtbaar Hooiland, aan ,,de Fluessen in het Hei- denschap onder Nijega (H. O. en N.), samen gr. 6,11,40 hect. (16 5/10 p.), tot 5 Maart 1907 ver- huurd aan Jan Feikes Jagersma, tegen f 528 per jaar. Aanvaarding en betaling 5 Maart 1907. út de Friso fan sneon 20 oktober 2006: Heidenschapster Veenpolder. --- Het BESTUUR van den Veenpolder, gele- gen in de gemeenten Workum en Hemelumer Oldephaert en Noordwolde, geeft aan de belang- hebbende kennis, dat vanaf den 19 October, ten huize van den SECRETARIS-ONTVANGER ter inzage liggen: acht dagen : de rekening en verantwoording van 1905 en de begrooting met de memorie van toelichting voor den dienst 1907: gedurende 14 dagen : het kohier van de heffing der maalgelden over 1906. Workum, 18 October 1906. Het Bestuur voormeld. C. TJEBBES, Voorz. T. ABBRING HINGST, Secr.-Ontv. Heidenschapster Veenpolder. Het BESTUUR van den Veenpolder, gele- in de Gemeenten Workum en Hemelumer Oldephaert en Noordwolde, geeft aan belang- hebbenden kennis, dat vanaf den 19 October, ten huize van den SECRETARIS-ONTVANGER, gedurende 20 dagen, ter inzage liggen: a. het ontwerp-besluit tot vast stelling van de klassen, waarin de gronden waarvan maalgelden moe- ten worden betaald, zullen worden ingedeeld.
gronden en waterplassen, in den polder gelegen, zullen worden in- gedeeld voor eene eventueele heffing van eenen algemeenen polderlast
advies van deskundigen. Workum, 18 October 1906. Het Bestuur voormeld, C. TJEBBES, Voorzitter T. ABBRING HINGST, Secr.-Ontv. út de Hepkema fan woansdei 24 oktober 1906: SATE EN LANDEN Heidenschap ONDER NIJEGA Notaris OTTEMA te Leeu- warden zal ten verzoeke van zijnen ambtgenoot J. A. OVER- MEER te Nieuw-Vennep, op Vrijdag 2 November 1906, 's nam. 2 uur, bij DE VREEZE in het Stationskoffiehuis te Workum, finaal publiek verkoopen: De uitmuntend vruchtbare gunstig gelegen Sate en Landen, nabij den nieuwen kunstweg van Workum naar Koudum, aan het Hofmeer, o/d Nijega bestaande uit eene in 1880 nieuw gebouwde Stelphuizinge no. 97 waarin stalling voor 46 hoorn- beesten en 3 paarden, arbeiders- woning en onderscheidene met terpaarde verbeterde Weidlanden, samen groot 36,07,82 H.A. (ruim 98 p.), in huur tot 5 Maart en 12 Mei 1907 bij de Wed. Wijbe Douwes Tilstra voor f 2500 's jaars en op gemelde tijdstip- pen alsdan vrij te aanvaarden. Vele perceelen van dezen ver- koop hebben een dubbele reed naar- en van den kunstweg en opslag aan de vaart, geveild behoudens samenvoeging in 15 perceelen waarop per 36¾ are geb.: 1 f 475, 2 f 437, 3 (de huizinge) geheel f 1913, 4 f 482, 5 f 587, 6 f 457, 7 f 450, 8 f 411, 9 f 435, 10 f 234, 11 f 261, 12 f 217, 13 f 401, 14 f 452 en 15 f 468. Totaal f 43347,50, bij- zonder aan te bevelen voor geld- belegging. Betaling der koopprijzen 1 Mei 1907. Inlichtingen en verkoopboek- jes met schetskaartjes te beko- men aan de kantoren van de notarissen en bij den oproeper J. S. HOEKSTRA te Bolsward. Lieuwe Joukes Kampen (*21-10-1879) út de Riister Polder sil op de pleats komme. út de Friso fan sneon 3 novimber 1906: (de gearkomste fan de Warkumer gemeenteried) Punt 11. Aanwijzing van eene onderwijzeres voor de herhalingslessen aan de school in het Heidenschap. Tengevolge de voorziening in de tijdelijke vacature, door de definitieve benoeming van Mej. M. Alta, wordt op voorstel van B. en W. zonder hoofdelijke stemming besloten, Mej. Alta ook voor het herhalingsonderwijs te benoemen. út de Ljouwerter Krante fan tongersdei 8 novimber 1906: ,,Zonderling Tjerk''. Uit Workum en door menig vreemdeling wordt vaak nog een bezoek gebracht aan de woning van den z.g. ,,zonderlinge Tjerk''. De man waarover ruim een jaar geleden de cou- ranten zooveel hebben geschreven naar aanlei- ding van den bij hem gepleegden diefstal. Het huisje, dat bijna een uur van genoemde stad is ver- wijderd, ziet er zeer onoogelijk uit. Al de ramen zijn van binnen met planken dicht gespijkerd, terwijl een glas vrij is, waardoor het een weinig licht van binnen is en de toeschouwer gelegen- heid geeft naar binnen te zien. En nu in het kort een treurige beschrijving. Zoo binnen glurende ontwaart men een tamelijk lange magere man, met een geheel met haar begroeid gelaat en gladde smerige kleederen aan het lichaam, strak voor zich uitziende. Op de tafel staan eenige kopjes en schoteltjes, ter- wijl enkele stoelen zonder matten en twee ver- roeste kachels zichtbaar zijn. Het geheel, met de zonderlinge man incluis, ziet er bedroevend uit. Op enkele vragen, die men hem doet, geeft hij meermalen een antwoord, docht zeer kort. De deur blijft altijd gesloten en niemand laat hij binnen dan bij hooge uitzondering. De be- noodigdheden worden door zijn vaste luidjes binnen de deur gezet, terwijl de man er achter staat en den kostenden prijs door het kiertje van de deur overhandigt. Ook zagen wij Zondagmiddag j.l. dat een aan- tal ratten in de nabijheid van den man rond- liepen en niet de minste vrees toonden. Deze worden blijkbaar door hem gevoederd en van drinken voorzien, want uit een schotel op den grond geplaatst lesten de dieren hun dorst, ter- wijl weer anderen op de tafel kwamen, waar ,,Tjerk'' rustig bijzat en zelfs geen hand of voet beweegde. Een afgrijslijk gezicht. En daar is zoo het schijnt niets aan te doen. Zooals men weet is eenige jaren geleden alles gereinigd en opgeknapt, terwijl iemand eenigen tijd hem in huis is geweest om op te passen, dat alles net en zindelijk bleef, doch de eigen- aardige en slechte gewoonten, die hij had, deed den oppasser spoedig vertrekken en thans . . . is alles weer zooals het vroeger was.
(De Banier)
it húske fan Tsjerk
út de Ljouwerter Krante fan freed 9 novimber 1906: SATE EN LANDEN, Heidenschap onder Nijega. Notaris OTTEMA te Leeuwarden zal ten ver- zoeke van zijnen ambtgenoot J. A. OVERMEER te Nieuw-Vennep, op Vrijdag 16 November 1906, 's nam. 2 uur, bij de Vreeze, in het ,,Stationskoffiehuis'' te Workum, finaal publiek verkoopen: Eene uitmuntend vruchtbare gunstig in één gesloten kavel gelegen SATE en LANDEN, nabij den nieuwen kunstweg van Workum naar Koudum, aan de Heidenschapster vaart en het Hofmeer onder Nijega, bestaande uit eene in 1880 nieuw gebouwde welonderhoudene STELP- HUIZINGE, no. 97, waarin stalling voor 46 hoornbeesten en 3 paarden, ARBEIDERS-WONING en onderscheidene in de laatste jaren met terpaarde en mest veel verbeterde weid- landen, samen groot 36,07,82 H.A. (ruim 98 p.), in huur tot 5 Maart en 12 Mei 1907 bij de Wed. Wijbe Douwes Tilstra en op gemelde tijd- stippen vrij te aanvaarden. Alle perceelen van dezen verkoop hebben een dubbele reed naar en van den kunstweg en opslag aan de vaart. Geveild behoudens samen- voeging in 15 perceelen; waarop per 36¾ are geboden: 1 f 500, 2 f 487, 3 (de huizinge) geheel f 2213, 4 f 500, 5 f 550, 6 f 457, 7 f 450, 8 f 411, 9 f 435, 10 f 244, 11 f 261, 12 f 242, 13 f 401, 14 f 452 en 15 f 475. Totaal f 44,484. Deze sate is thans verhuurd voor f 2500 per jaar en dus zeer geschikt voor geldbelegging. Betaling der koopprijzen 1 Mei 1907. út de Hepkema fan sneon 10 novimber 1906: HEM.OLDEPH. en NW., 7 Nov. Een on- verkwikkelijke zaak is hier van de baan. De volgende: Voor den aanleg van een grint- weg door 't Heidenschap vroeg 't Gemeente- bestuur van belanghebbende eigenaren van landerijen enz. een bijdrage in de kosten. Op de aangeboden lijsten teekend o.a. de heer Verver . .(ûnlêsber) . Verver echter maakte nu bezwaar de bijdrage te voldoen, waarna 't Gemeente- bestuur rechtskundigen bijstand inriep. Over en weer werden nu ,,eenige stukken'' gewisseld, welke correspondentie echter niet tot het voor de gemeente gewenschte resultaat leidde. 't Zou dus tot een proce- dure moeten komen, maar de Raad heeft gedachtig aan het bekende woord en reke- ning houdende met mogelijke exceptiën, wijselijk besloten daartoe niet over te gaan. út de Ljouwerter Krante fan tiisdei 27 novimber 1906: W o r k u m , 24 Nov. De veekoopman J. v. d. W. werd hedenmorgen in een sloot nabij zijne woning verdronken gevonden. Vermoede- lijk is de ongelukkige den vorigen avond door de duisternis misleid. út de Bolswardsche Courant fan tongersdei 29 novimber 1906: Workum, 24 Nov. De slager en veekoopman J. v. d. W. uit het naburige Nijega (H.O.N.) was hier gisteren in de stad om verschillende boodschappen te verrichten. De man is de 70 al gepasseerd, doch voor zijn jaren nog zeer kras. Nadat hij bij zijne alhier wonende dochter nog eenige spijzen genuttigd had, vertrok hij ongeveer 5 uur naar zijne woonplaats. Zijn vrouw die hem elk oogenblik thuis verwachte werd teleurgesteld, hij kwam niet. Twee kinderen die den volgenden morgen een boodschap moesten verrichten, vonden in de nabijheid van den landbouwer Jan Noor- denbos den ouden man op het hoofd in een sloot staan. Vermoedelijk is de ongelukkige den vorigen avond door de duisternis misleid in 't water gevallen en dadelijk gestikt. -- 26 Nov. Door de politie alhier is proces-verbaal opgemaakt tegen een viertal jongelingen, n.l. P. v. d. V., K. B., J. v. d. V. en H. Y., welke Zondagnamiddag bij den alleenwonenden T. de J. in 't Heidenschap de glazen hebben ingeworpen. Het indertijd door ons geplaatste bericht was niet opgenomen met 't oog om de aandacht er op te vestigen van hen, die het den niets- kwaaddoenden man trachten lastig te maken en er baldadigheden uit te voeren. Alleen op den zonderlingen man en den toestand die er in de woning heerschte. Wij geloven dat in deze de politie, mochten zich dergelijke voorvallen herhalen, streng zal optreden en alzoo de rust van den be- woner gewaarborgd zij. Ieder neme zich hiervoor wel terdege in acht. De Banier. út de Friso fan sneon 1 desimber 1906: WORKUM, 28 Nov. Vrijdagavond had in de nabijheid onzer plaats een droevig ongeluk plaats. De bijna 77-jarige slager en veekoopman J. v.d. W. uit Nijega (H.O.N.) die hier eenige boodschappen had gedaan, keerde 's avonds huiswaarts en liep ook nog even aan bij den landbouwer Noorden- bos. Vermoedelijk heeft hij toen, uit het licht komend, het pad in de duisternis niet goed terug kunnen vinden, en is gestruikeld met het nood- lottig gevolg dat hij voorover in een slootje niet ver van genoemden landbouwer is gevallen. Den volgenden morgen vond men zijn lijk. Jeen van de Wetering (*Lemsterlân 25-01-1830) wennet op Brânburren 28 mei syn twadde frou Yttje Wierda, mei wa't er yn 1893 troud is. Neffens de akte fan ferstjerren is Jeen yn de gemeente Warkum stoarn (tusken Jan Noordenbos en de Hel?). Syn hûs stiet yn de gemeente Himmelumer Aldeferd en Noardwâlde. Letter sil de famylje Foppe Westerbaan dêr wenje. út de Friso fan sneon 1 desimber 1906: WORKUM. Nieuwsgierig gemaakt door een zeer fantastisch verhaal over het leven en de omgeving van ,,Zonderlinge Tjerk'' in het Hei- denschap, trekken in den laatsten tijd, vooral des Zondags, velen naar de woning van dezen beklagenswaardigen man. Men wil den ,,Zon- derling'' zien zijn omgeving en ook zijn ratten die hij voedert. Velen moeten echter teleurge- steld huiswaarts keeren, want Tjerk is schuw en zijn ratten zijn dit niet minder, zoodat dus van openbare vertooningen geen sprake kan zijn. Niet ieder gaat echter rustig naar huis, wanneer hij, zooals altijd de affaire bij Tjerk gesloten vindt. Goed of kwaadschiks men wil iets van het too- neel zien. Hiervan had de politie de reuk gekre- gen en reeds eenige malen gesurveilleerd. Zondag j.l. hadden weer eenige jongelui van hier den tocht ondernomen, doch zij verlangden niet onverrichter zake huiswaarts te keeren. Bij hunne pogingen om iets meer van den ongeluk- kigen man en zijn omgeving te zien sloegen ze een ruit in, waarin de agenten Stout en de Boer van een naburige boerderij kwamen en proces- verbaal opmaakten. Zij die nog van plan zijn den ,,Zonderling'' te bezoeken, kunnen we niet genoeg aanraden voorzichtig te zijn. Hoe weinig krijgt men van al dat fantastische te zien en hoeveel kan men er wel niet bij opofferen. út de Ljouwerter Krante fan tiisdei 4 desimber 1906: ,,Zonderlinge Tjerk''. Men meldt ons uit Workum: Langen tijd hoorde men niets meer aangaande ,,zonderlinge Tjerk'', de naam van den kluizenaar, die indertijd door de geheele pers de ronde deed. De laatste weken werd deze kluizenaar echter weder herhaaldelijk lastig gevallen, zonder dat de politie dit scheen te kunnen voorkomen. Eenige dagen geleden vermocht zij echter een viertal opgeschoten bengels te betrappen, die juist bij den niemand-kwaad-doenden-man de ruiten hadden ingeslagen. Gelukkig is nu voorloopig weder een einde aan het kabaal gemaakt, want het laat zich aanzien, dat deze knapen eindelijk hun gerechte straf niet zullen ontgaan. Gevraagd mag echter worden of er nu niet eens voor goed maatregelen kunnen worden genomen, die een einde maken aan een weer- zinwekkend kluizenaarsleven. út de Bolswarsche Courant fan snein 16 desimber 1906:
September, dat was een Zondag waren eenige personen in die gelagkamer en een paar jongens keken buiten door de ramen, om te weten wie daar zaten. Juist kwam de eigenaar, die van huis was geweest, er aan en zag die jongens gluren, waarop hij ze toevoegde : Kom er liever in, als je weten wilt wat er omgaat en met den baas stapten de beide jongelui binnen. De een had geen centen op zak, maar de ander leende hem een kwartje en nu vroeg de een een glas bier, de ander een borrel. De bierman ging later ook aan de klare en zoo heeft de een een glas bier en 3 borrels, de andere 5 borreltjes gedronken. Ze kwamen dan ook mooi aangeschoten thuis en de vader van een der knapen, erg verontwaar- digd over 't gedrag van zijn zoontje, ging toen hij de ware toedracht vernam er de politie kennis van geven en 't gevolg is dat bekl. heden terecht staat 1°. wegens tappen van sterken drank zonder vergunning en 2°. wegens 't tappen aan personen beneden 16 jaar. Bekl. is tegenwoordig en heeft heden niet veel te koop. Als getuigen worden gehoord: J. Mulder, 15 jaar, een tenger zwak ventje uit het Heidenschap. Deze verklaart dat hij eerst door de gordijnen zag wie er in dat bierhuis waren, en toen heeft beklaagde ge- zegd: Kom er dan maar liever in. Hij en zijn kameraad zijn toen binnen gegaan, hij heeft een glas bier en 3 borrels gehad. J. Driebergen ook wonende te Heidenschap bevestigd wat de eerste getuige heeft gehad. en verder dat hij vijf slokjes heeft gehad. Deze beide getuigen werden niet onder eede gehoord, wel de nu volgende twee: Grasman en Sterk resp. 20 en 24 jaar. Deze waren dien avond ook in dat bierhuis, en hebben er brandewijn gedronken. Bekl. wordt nu gevraagd wat hij hierop heeft in te brengen. Hij antwoordt, dat hij de jongens niet in zijn lokaal heeft geloodst, maar alleen heeft hij gezegd, dat ze niet voor de ramen moes- ten staan kijken als ze weten wilden wat er gebeurde, moesten ze maar gaan zien, en toen zijn ze hem gevolgd. Hij meende trou- wens dat ze reeds 16 jaar waren, want dat moest hij uit hun gevoerd gesprek afleiden. De heer Kantonrechter geeft hem een strenge berisping. Niet slechts dat hij zonder vergunning sterken drank verkoopt, geeft hij deze aan jongens en dan ook in zulk een hoeveelheid dat ze er onbekwaam van worden. Ook de beide jeugdige getuigen krijgen een verre van valsch woordje ter waarschuwing. De heer Ambtenaar eischt 2 maal 15 dagen hechtenis. Bekl. verzocht vriendelijk om een geld- boete, daar hij niet best bij zijn huishouding weg kan. De heer Kantonrechter spreekt opnieuw hooge afkeuring uit over 't gedrag van be- klaagde, een daad waarvan hij zelf de ver- antwoordelijkheid niet schijnt te begrijpen, anders zou hij zich wel gewacht hebben zulke jonge lieden op het gevaarlijke pad te bren- gen van den drank. De zitting duurde nog voort, doch wij waren verhinderd van de laatste 10 zaken melding te maken. Uitspraak over 14 dagen, zijnde 21 De- cember a.s. Boppesteand ferhaal is bard yn it kafee De Uitspanning fan Auke Flapper yn de Hel. Yn it boek Agur en de twa portretten (1957), dat oer it libben fan Metten Rinzes Koornstra (1852-1923) fan Koudum giet, stiet krekt sa'n ferhaal. It spilet him ek yn it kafee yn de Hel ôf, mar dan yn 1862 :
De hel sjoen (1862)
Hja skûlen yn de lijte fan in greate beam en stiene deun op elkoar, trije fan dy opslûpen jonges. Ien fan harren sei hy wist, hwer't de hel wie
.Doe kroep der dochs in kâlde huvering Metten by de rêch op - de grize gyng him oer de grouwe, sa't syn mem it sizze soe De hel, dy wie yn it Heidenskip, sei de jonge. Hy hie der in kear yn west mei syn heit, dy't in buorrel koft. En doe skildere er mei jongesfantasij de hel en it wie lang sa ôfgryslik net as Metten it him wol tochte, hwant fan in fjûr wist de jonge neat ôf. Hja praetten ôf, hja soene op in snein nei it Heidenskip hwant it koe net op in sneontomiddei, it wie fiersten te fier om op in middei hinne en werom. ( ) It wie wenst, de jonges rounen mei heit en dy nei tsjerke mar Metten fielde him al te great om oan memmehantsje oer de buorren to gean. Dat wie fansels mis, mar heit soe der net folle fan sizze as de jonge mar by him yn de bank kaem. Hy kaem dy sneintomoarns net opdaegjen dat Rinze makke himsels al wer lilk yn tsjerke. Dy smoarge aep fan in jonge dochs! Hy seach al ris foar him en efter him, Mar nearne de jonge to sjen. Nei it tuskensjongen, doe't Rinze stean gyng, krekt as mear manlju, seach er jitris om him hinne - mar né, gjin Metten. Hy koe suver de tried fan de preek net fêsthâlde. Hwat dochs in spul, hwant de snein moast jin optille nei it forlangst fan de ivige Snein yn it kommende Ryk. ( ) Dat hy sei der thús net folle fan. Allinne by de itenstafel frege er oft ien fan de jonges faeks wist hwer't Metten bilânne wie. Mar de bruorren wisten nearne fan. Allinne Hidde sei, Metten hie it oer de hel hawn hy hie juster sein, hy woe ris nei de hel ta. Hidde waerd it swijen oplein: sok goddeleas praet! Mar Rinze Hiddes seach dochs syn frou freegjend yn de eagen krekt of soe Jetske Salverda der in antwurd op witte. En hy lies dat antwurd yn har eagen sa: Soe dy jonge swierrichheden hawwe; wurke de Heare oan syn siel; soe it dan dochs goed mei him komme? Hja tochten yn de fierste fierte net oan it Heidenskip - Rinze Hiddes wie der oars wol mei bikend, dat de herberch yn it Heidenskip sa neamd waerd hy wist, dat hûs soe Reahel of sa hjitten hawwe en nou de hel neamd wurde. En dat it dêr yn de kroech sneins nuver spoekje koe, dat de boeresoannen en oaren dêr by gâns drank en de fioele in hiele snein sieten to kaertspyljen hy hie der gauris fan heard. En hoe moast it ek oars yn sa'n efteroarde sûnder in tsjerke, dêr't de minsken libben as heidenen? Mar dat Metten dêrhinne wie, kaem net yn har op. ( ) It mocht in wûnder hjitte, hoe't de jonges it paed founen troch de lannen en oer de fearten en sleatten nei it Heidenskip - mar hja kamen op Brânbuorren en hja founen de herberch. Gjin mei linige lea dounsjende froulju dêrre, gjin gesichten, dy't it rike libben ûnthieten mar dronkenlju en flokkers en swetsers, gruzels fan stikkene glêzen, stank fan jenever en brandewyn. Hja waerden ynhelle en hja moasten it sûpen leare, sa waerd der roppen. En hja moasten flokke - it waerd harren foarsein. Metten syn maten diene it - hy net. Dy langliddige jonge stie der foar - hy forpofte is. En sa heechhertich seach dy jonge út syn eagen, de manlju waerden der pûr fan en smieten him de doar út. Bûtendoar wachte er op syn maten - hy bleau solidair mei harren. En doe't se by eintsjebeslút ek forlost waerden en mei reade hollen de doar úwaggelen, klampten hja har oan Metten fêst - hy soe har thúsbringe. Tsjin in reidbult oan, yn it lân, pûsten hja út; ien koarre, de oare sliepte. Hja forklommen hast, mar sieten út `e wyn. En it wie al hast tsjuster, doe't se de Easte fan Koudum opdangelen, wurch en yn ein. Doe't Metten de jonges thúsbrocht hie, seach er der tsjin oan om sels nei hûs. Dochs gyng er. Aldergeloks trof er mem yn it efterhûs, doe't er der ynkaem - hy sei, hy wie siik en woe foart op bêd. Hwer hast dochs sitten, jonkje? frege mem. Mem, sei Metten, ik bin miskien wol bikeard, hwant ik haw de hel sjoen. |